Villeneuvette KONINKLIJKE FABRIEK SINDS (1677)
Villeneuvette is in de hele Bas Languedoc bekend als een kleine, gesloten gemeenschap. Twee eeuwen lang was het vooral befaamd voor zijn succesvolle textielfabriek.

Villeneuvette, languedoc fabriek
In 1670 werd de fabriek door de lokale fabrikant opgericht : PIERRE BAILLE Ze lag op 3 km van Clermont L'Hérault. Vanaf 1677 begon Villeneuvette zich volop te ontwikkelen. Op 20 Juli 1677 verleende LODEWIJK XIV haar de eretitel "KONINKLIJKE FABRIEK". De gemeenschap groeide en besloeg weldra de oppervlakte van 315 ha.
Villeneuvette, koninklijke fabriek
Minister van Financiën COLBERT verleende de onderneming financiële hulp. In ruil daarvoor kreeg Villeneuvette zeer strikte kwaliteitsnormen opgelegd voor het laken dat er geproduceerd werd. Dit laken was hoofdzakelijk bestemd voor de export naar het nabije oosten en de landen van de Middelandse zee (1). Het werd hier vooral aangewend om het Engels-Hollands monopolie te doorbreken. De fabriek wisselde 5 keer van eigenaar.
La Manufacture est dirigée par 5 propriétaires successifs. In 1725 kocht Castanié D'Auriac de fabriek. Met de hulp van zijn 2 broers, waarvan de ene koopman uit Marseille en de andere directeur van de " Indische Compagnie", verdiende hij veel goud. Castanié D'Auriac creëerde 800 arbeidsplaatsen : 300 arbeiders leefden in Villeneuvette (0) Er werden 47 nieuwe woningen gebouwd voor de families van de wevers. Er kwam een weverij en winkels. De wevers werkten thuis : hun weefgetouw stond op het gelijkvloers, boven woonde de familie.
De wissling van de eigenaars en de Franse révolutie betekende de ondergang van de onderneming. In 1793 werd het opgekocht door Denis Gayraud. Begin 19de eeuw ging de fabriek naar Joseph en Hercule Maïstre, telgen uit een invloedrijke, industriële familie uit de omgeving. In 1821 werd Villeneuvette een zelstandige gemeente (tot dan toe behoorde het tot Clermont L'Hérault)
De fabriekatie van fijne stoffen, waarvan de fabriek haar reputatie te danken had, werd gaandeweg vervangen door ruwere stoffen. Deze werden gebruikt voor het maken van uniformen voor het leger en de bekleding van treinwagons. Villeneuvette leefde van staatsopdrachten. De fabrikatie van stoffen nam enorm toe sinds in 1810 de EERSTE MACHINE in gebruik werd genomen (2). Maar de konjunktuur was wispelturig. In oorlogstijd kende Villeneuvette een hoogkonjunktuur. Maar spoedig leidde de veroudering van het machinepark en de opkomende konkurrentie van textielfabrieken in Noord- en Oost Frankrijk, tot het einde van de produktie in 1953.

Casimir Maïstre had een- voor zijn tijd unieke-sociale politiek ingevoerd in de 19de eeuw. Zijn devies :"VROEG NAAR BED EN VROEG UIT DE VEREN" brengt RIJKDOM, WIJSHEID en GEZONDHEID.
ERE AAN DE ARBEID staat op het hoofdportaal. Voor Casimir Maïstre was het christelijk paternalisme de oplossing voor alle problemen van de arbeiders. De arbeiders die in Villeneuvette woonden betaalden geen huur. Ze hadden werkzekerheid, en iedere familie had zijn eigen tuintje. Er was een arts, een brandweerskorps en een school. Kinderen begonnen vanaf hun 12de verjaardag te werken. Door avondlessen werden volwassenen en kinderen verder opgeleid. De gemeenschap leefde in de geest van Christus. De dag begon en eindigde met tamboergeroffel. S' nachts werd de poort van Villeneuvette gesloten.
In 1950 zaten de arbeiders 15 maanden zonder werk. In 1954 werd de fabriek definitief gesloten.De Bevolking verliet massaal het stadje. In 1968 werd een deel van de gebouwen door de enige eigenaar CAMILLE MAÏSTRE verkocht. Hiermee kwam de restauratie op gang van de inmiddels sterk vervallen gebouwen. Het ontvolkte Villeneuvette trok weer nieuwe bewoners aan. Er kwam een nieuw afwateringssysteem. De straten en het plein LOUIS XIV werden opnieuw geplaveid en er kwam straatverlichting.
De restauratie van Villeneuvette gaat verder en langzaam neemt de bevolking weer toe.
(0) Er werden 120 balen stof per jaar geëxporteerd naar het Oosten. De omzet bedroeg bijna 400.000 Pond.
(1) De afzetmarkten waren Constantinopel, Jaffa, Haila, Smyrne, Salonique...Het fijne laken werd voor de kleding van de rijkere bovenklasse gebruikt in Turkije, Armenië en Perzië... Het laken werd Londens' laken genoemd; het was een heel fijne en lichte stof met levendige kleuren die met uiterste zorg werd behandeld. De schering bestond uit 2600 draden.
(2) De stoffen voor de legeruniformen werden in de 19de en 20ste eeuw op 120 weefgetouwen geweven.